Henrieke Tijssen
Nut(s)dorpen
Het nut van dorpen in provincie Utrecht 2050. Producten leveren aan de stad voor een eerlijke prijs. Geen stad zonder deze belangrijke dorpen. Dorpen met veel bedrijvigheid en dorpen waar men in rust kan wonen. Nutsbedrijven werken vaak vanuit monopolies, maar dat is hier niet het geval. Het werkt met hetzelfde systeem als glastuinbouw, veeteelt en landbouw. Nut is een maat die wijst naar tevredenheid. Zo is ook het doel dat de bewoners gelukkig en tevreden in deze dorpen wonen.
2050
In 2050 zal veel geautomatiseerd zijn. Vooral in de steden. Naar mijns inziens mogen de dorpen niet worden geautomatiseerd. De dorpen moeten nostalgisch, knus, karakteristiek en gezellig blijven. Dat echte wonen in dorpen moet er nog zijn. Er zal een duidelijk verschil zijn tussen dorp en stad. Dorpen mogen ook niet aan de stad vastgroeien.
​
​
Provincie Utrecht
Provincie Utrecht is het centrale midden punt/ de centrale kern van Nederland. De provincie telt veel nostalgische en historische dorpjes. Deze dorpjes zullen kleine, maar belangrijke, ja zelfs essentiële kernen worden in de provincie Utrecht. Allemaal kleine centrale punten. Her en der verspreid. Met elk zijn eigen identiteit en specialiteit. Veilige en gezellige kernen.
​
(Woon)wensen en (woon)keuzes
Dit zijn de resultaten van mijn enquête/onderzoekje
​
Dorpjes
Er zullen verschillende soorten dorpen komen. Elk dorp krijgt zijn eigen bestemming. Deze dorpen kun je in twee soorten indelen: woondorpen en bedrijvigheidsdorpen.
​
Woondorpen
Dorp, klein, knus, karakteristiek en gezellig. Fietswegen waar auto's te gast zijn. Vrachtwagen zijn niet toegestaan in de kern en tractors ook niet, met uitzondering van bepaalde tijden die staan aangegeven. De supermarkten moeten via een andere manier voor de auto's bereikbaar blijven. In deze dorpjes zijn monumenten, historische bezienswaardigheden, kromme klinkerstraatjes en spannende steegjes. Ook is in deze dorpen de sociale cohesie anders dan in de andere dorpen. In deze dorpen staat 'samen dorp zijn en blijven' centraal. De mensen op leeftijd kunnen genieten van de rust op hun oude dag. Kinderen kunnen opgroeien in een veilige en gemoedelijke omgeving, dichtbij de natuur, lekker kunnen ravotten. Er zijn kleine speeltuintjes voor kinderen en de natuur leent zicht ook uitstekend voor speelgelegenheid. In het centrum zijn de slager, bakker, groenteboer te vinden samen met de kleine dorpswinkeltjes. Voor de grotere boodschappen ga je naar de bedrijvigheidsdorpen. Er is een kleine huisartsenpraktijk, een kerk, een school en een buurthuisje.
Bedrijvigheidsdorpen
Iets grotere dorpen dan de woondorpen. Aan de rand van deze dorpen zijn kleinschalige industrieterreinen, hier werken mensen uit het dorp zelf, maar ook mensen uit de woondorpen. Deze bedrijvigheidsdorpen zijn op fietsafstand van de woondorpen, dus goed bereikbaar. Een dorp met veel werkgelegenheid. Veel agrarisch zoals landbouw en veeteelt. Deze dorpen leveren levensmiddelen voor de stad. In deze dorpen zijn restaurants en winkels waar je de plaatselijke producten kunt kopen en proberen. Het dorp is ordelijk en overzichtelijk ingedeeld. Rechte straten, symmetrie en structuur. Ook zijn deze dorpen goed bereikbaar vanuit de stad. In deze dorpen zijn scholen en kerken. Er is een huisartsenpraktijk met psycholoog, fysiotherapeut en fitness. Ook zijn er buurthuizen.
Wat levert dit op
Een andere kijk op dorpen.
Conclusie
Geen stad zonder dorpen. Dorpen zijn essentieel voor het kunnen bestaan van een stad.